Performanter beslag op de bankrekening(en) van de schuldenaar – Vernieuwingen Wet Digitalisering Justitie II

Beslag leggen?

Wanneer een schuldenaar blijvend tekortkomt aan zijn betalingsverplichting, kan de schuldeiser overgaan tot het leggen van beslag op de (on)roerende goederen van de schuldenaar, middels tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder.

Het leggen van een beslag betekent dat de gerechtsdeurwaarder bepaalde, voor beslag vatbare goederen van de schuldenaar aanwijst, welke zullen dienen als onderpand om aan de betalingsverplichting te voldoen. De schuldenaar kan dan niet meer vrij beschikken over deze goederen.

Er dient hierbij een onderscheid te worden gemaakt tussen het bewarend beslag en het uitvoerend beslag.

Bij een bewarend beslag is nog niet vereist dat de schuldeiser over een uitvoerbare titel beschikt. Er dient in dit geval slechts een prima facie zekere, opeisbare en vaststaande schuldvordering voorhanden te zijn. Bovendien moet er sprake zijn van spoedeisendheid, t.t.z. een urgent gevaar bestaan met betrekking tot de solvabiliteit van de schuldenaar, waardoor de latere uitwinning van deze schuldenaar in het gedrag komt.

Om uitvoerend beslag te kunnen leggen is vereist dat de schuldeiser over een uitvoerbare titel beschikt waarin zijn schuldvordering is opgenomen. Meestal is dit een rechterlijke uitspraak waarbij de schuldenaar wordt veroordeeld tot betaling, maar een uitvoerbare titel kan evenzeer bestaan uit een notariële akte of een proces-verbaal van niet-betwisting (overeenkomstig art. 1394/24 Gerechtelijk Wetboek).

Het leggen van uitvoerend beslag vereist in principe geen bijkomende voorafgaandelijke tussenkomst van de beslagrechter en gebeurt door middel van betekening van een gerechtsdeurwaardersexploot.

Zowel bewarend als uitvoerend kan een beslag onder derden worden gelegd, waarbij, zoals de naam het zelf zegt, beslag wordt gelegd op de bedragen of zaken die deze derde verschuldigd is aan de schuldenaar. Via het beslag onder derden kan de schuldeiser rechtstreeks beslag laten leggen bij die derden (als het ware bij de ‘schuldenaars van zijn schuldenaar’).

Beslag op de bankrekening(en) van de schuldenaar

De meest gekende toepassing van het beslag onder derden, is het beslag op het positief saldo van een bankrekening van de schuldenaar, hetwelk vanuit juridisch oogpunt een schuldvordering ten aanzien van die bank vormt.  De schuldeiser kan zodoende rechtstreeks bij de bank van de schuldenaar aankloppen en beslag leggen op diens rekeningen.

Indien een beslagleggende schuldeiser, vooraleer over te gaan tot het leggen van een beslag, inzicht wou verkrijgen in de bancaire vermogenstoestand van zijn schuldenaar, diende de schuldeiser zich te beroepen op de procedure beschreven in het (intussen opgeheven) artikel 1447/1 Gerechtelijk Wetboek.

Deze procedure bleek echter weinig gebruiksvriendelijk. De informatie aangaande de bankrekeningen van de schuldenaar was enkel toegankelijk voor schuldeisers met een uitvoerbare titel, en ondanks deze titel, moest er toch nog bij de beslagrechter worden langsgegaan om deze rekeninginformatie te verkrijgen.

Bovendien werd er enkel meegedeeld welke rekeningen de schuldenaar al dan niet had, maar niet wat het saldo van deze rekeningen was.

Naar een bewuster en efficiënter bankbeslag

De Wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen (II) kwam tegemoet aan deze ongemakken en voerde een aantal belangrijke vernieuwingen in.

  • Vooreerst is het opvragen van rekeninginformatie voortaan ook mogelijk in het kader van bewarend beslag. Hiervoor is dan wel de tussenkomst van de beslagrechter vereist, en zo nodig kan er aan de schuldeiser gevraagd worden om een zekerheid te stellen ter voorkoming van misbruiken (artt. 1447, tweede lid, 3° en 1447/2, §1, eerste lid Gerechtelijk Wetboek).
  • Verder kunnen schuldeisers met een uitvoerbare titel zich m.o.o. uitvoerend beslag, om de nodige rekeninginformatie te bekomen, voortaan rechtstreeks tot de gerechtsdeurwaarder wenden, die deze informatie rechtstreeks kan opvragen bij het centraal aanspreekpunt van de Nationale Bank van België (art. 1539bis Gerechtelijk Wetboek).

Indien het saldo op de rekening toereikend is, zal de schuldeiser geen kennis krijgen van het precieze beschikbare saldo op de rekening, doch enkel de mededeling dat het saldo inderdaad toereikend is.

Indien het saldo daarentegen ontoereikend is, zal de schuldeiser wel zicht krijgen op dergelijk saldo.

Een belangrijke kantmelding hierbij is dat deze saldo’s slechts tweemaal per jaar worden bijgewerkt, telkens op 30 juni en 31 december.  Dit kan evident tot gevolg hebben dat de schuldeiser in de periode voorafgaand aan een bijwerking, saldo’s te zien zal krijgen die totaal irrelevant zijn. Zes maanden is qua bewegingen op een rekening inderdaad een eeuwigheid. Het lijkt niet onredelijk dat er in functie van de beschikbaarheid van de geactualiseerde saldi, een toename van het aantal beslagen kan worden verwacht in de maanden juli en januari.

Ondanks de inherente gebreken, zal de versoepelde toegankelijkheid van de rekeninginformatie er wel toe leiden dat de schuldeiser kennis kan hebben van welke rekeningen er precies bestaan, en bij welke banken deze worden aangehouden. De vernieuwing betekent dus vooral op dit vlak een stap vooruit. In principe zullen deze vernieuwingen dus leiden tot een performanter beslag op bankrekeningen. Het is nl. een zeer gekende frustratie bij schuldeisers dat zij pas na het leggen van beslag, via de verklaring die de bank daaropvolgend moet overmaken aan de schuldeiser, kennis krijgen over het al dan niet aanwezig zijn van fondsen op die rekening. Op dat moment zijn de kosten van beslag echter al gemaakt. Zeker wanneer het gaat om vorderingen voor beperkte bedragen, is dat een beetje loterij, en stelt zich dus telkens de opportuniteitsvraag of men de kosten zal maken, met het risico dat het beslag geen doel treft.

Ingevolge de Wet van 15 mei 2024 zal de schuldeiser in principe op een meer toegankelijke wijze inzicht kunnen krijgen in de vermogenssituatie van zijn schuldenaar, om vervolgens met meer kennis van zaken een beslissing te kunnen nemen over het nut van het al dan niet leggen van beslag op bankrekeningen.

Uiteraard blijft een ander aandachtspunt steeds de aanwezigheid van andere schuldeisers. In de mate dat beslag een collectieve procedure vormt, zal de Gerechtsdeurwaarder immers moeten overgaan tot verdeling van de beslagen sommen onder alle gekende schuldeisers, op basis van een rangregeling conform hun respectievelijke (voor)rechten.

Voor meer informatie kan u steeds contact opnemen met:

  • Erik De Caluwé
  • Christophe Van Hecke
  • Jef Torfs

Advocaten bij ORYS Advocaten, Wolvengracht 38/2 Brussel, info@orys.be, +32 (0)2 466 10 66.